Knelpunten van het huidige onderwijssysteem en in vernieuwend onderwijs in Nederland, bekeken vanuit Omniumschool
Eisen inspectie voor opbrengsten
Door voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief te schrijven waarbij uitgegaan wordt van de ondersteuningsbehoefte van de leerlingen zullen de opbrengsten op een andere manier worden weergegeven dan binnen een reguliere school met een leerstofjaarklassensysteem. De opbrengsten zullen binnen een kwaliteitssysteem worden beoordeeld en gemonitord, maar de verslaglegging zal verschillen. De inspecteur zal hiervoor open moeten staan.
Een school voor PO en VO met geleidelijke instroom, doorstroom
Doordat leerlingen de mogelijkheid hebben hun talenten te ontwikkelen binnen hun eigen ontwikkelingsperspectief zal een deel van de leerlingen versneld onderwijs gaan volgen op VO-niveau. Het ontwikkelingsperspectief wordt minimaal op 2F gesteld voor de PO/VO-periode. Een leerling kan dus ook 1F bereiken binnen de VO-leeftijd, waarbij de mogelijkheid bestaat de didactiek en het aanbod aan te passen aan de leerling (hiervoor wordt een duidelijk dossier opgebouwd, waarbinnen de mogelijkheden van de leerling worden gevolgd door methodegebonden en niet-methodegebonden toetsen en andere meetinstrumenten)
Gemeenten willen geen nieuwe scholen, schoolconcepten
Gemeenten zijn huiverig nieuwe scholen op te nemen in het Plan van Scholen. Dit geldt voor VO-scholen, waarbij de gemeenten de behoeftebepaling vaak uitbesteden aan de koepel van VO-scholen in de regio, maar ook voor PO-scholen. Een groot deel van de openbare scholen komt van oudsher vanuit de gemeente en daar heeft men verplichtingen aan. Daarnaast denken veel gemeenten in zuilen en zien algemeen bijzondere en neutraal bijzondere scholen als een richting. Dit zou volgens de ambities van de minister en de staatssecretaris moeten veranderen, maar die nieuwe kijk is nog geen realiteit.
Regionale aanname is voor veel gemeenten onbekend terrein, waardoor prognoses anders uitvallen
Gemeenten rekenen met leerlingaantallen in de eigen (deel)gemeente. Op basis daarvan worden prognoses bekeken en niet op een eventuele regiofunctie. Het ministerie van OCW hanteert dezelfde strategie. Dit betekent dat een behoeftepeiling en een prognose niet realistisch op te stellen is, waardoor nieuwe initiatieven minder worden gewaardeerd. Zeker voor een school als Omnium, met een volledig nieuwe en unieke onderwijsrichting en leeromgeving waarvoor geen vergelijking met huidige scholen te maken is vormt dit een belemmering.
Kennis van inspecteurs over andere aanpakken is wisselend
Inspecteurs zijn niet altijd op de hoogte van de verschillende aanpakken die worden gehanteerd. Wanneer blijkt dat de resultaten op het niveau zijn dat mag worden verwacht op basis van de leerling-populatie zou er meer ruimte moeten mogen bestaan om andere didactieken of aanpakken te hanteren. Het toetsingskader biedt daar onvoldoende mogelijkheden voor.
Inzet van personeel op basis van Jeugdwet, WLZ, rol gemeenten en zorgverzekeraars
De school wil gebruik maken van andere (onderwijs)zorgverleners in de school voor begeleiding van leerlingen met een speciale ondersteuningsbehoefte. Dit levert momenteel veel problemen op doordat de financiering vanaf 1 januari 2015 op een andere wijze geregeld is. De inzet van deze specialismen zou door een onderwijsinspectie moeten worden aanbevolen, omdat op deze wijze de zorg naar de leerling gaat en niet andersom.
Aanschaf van materialen en middelen voor de school
De eerste inrichting van de school en de aanschaf van materialen zal een ander karakter hebben dan binnen een reguliere school. Door gebruik te maken van andere methodieken en didactieken zal het gebouw een ander uiterlijk hebben, de groeperingvorm wisselend zijn en dus afwijken van de “standaarden”. Een pestmethodiek die goedgekeurd is door het ministerie kan daardoor bijvoorbeeld niet aansluiten, omdat sociaal-emotionele ontwikkeling op een veel intensievere wijze wordt aangepakt.
Inzet personeel van andere scholen, detachering, inhuur
De nieuwe school zal personeel op een andere wijze inzetten. De middelen die vanuit het Rijk beschikbaar worden gesteld, zullen worden verantwoord door een gedegen accountantscontrole, maar afwijken van de reguliere besteding. Dit heeft mede te maken met het feit dat leerlingen flexibel doorstromen naar vervolgonderwijs.
Financiën voor de verschillende schooltypen
Bij de financiering van de schooltypen en de voorschoolse onderwijsvoorziening zullen we te maken hebben met verschillende typen wetgeving. Dit wordt in drie aparte boekhoudingen vastgelegd, hetgeen de effectiviteit niet bevordert. Het zou wenselijk zijn hiervoor een andere mogelijkheid te hebben om tot een totale boekhouding te komen.
Wetgeving
De verschillende schooltypen en voorschoolse voorziening hebben te maken met andere kwaliteitseisen. Dit zal op sommige punten met elkaar conflicteren. Vanuit de verschillende ministeries willen wij weten welke prioritering hierbij geldt. Dit betreft de eisen van OCW, VWS en Sociale Zaken.