Omniumschool, plek waar je kan groeien.

Vervoer

Protocol Leerlingenvervoer

Wat zijn de regels voor het vervoer van kinderen?

Dit protocol is van toepassing op het door de school georganiseerde groepsvervoer van leerlingen van en naar school en naar andere bestemmingen in het kader van schoolactiviteiten.

Met dit protocol wordt beoogd de verkeersveiligheid van leerlingen zoveel mogelijk te waarborgen.

Wettelijke regels die van toepassing zijn op leerlingenvervoer, zoals omschreven in de Wegenverkeerswet, de Wet Personenvervoer en de Regeling Zitplaatsverdeling Bussen en Auto’s (ingegaan 1 maart 2006) vinden hun weerslag in dit protocol.

In dit protocol wordt verstaan onder:
* Regulier leerlingenvervoer: het door de school georganiseerd groepsvervoer van leerlingen. Hieronder wordt uitdrukkelijk niet verstaan het vervoer van de eigen kinderen door de ouders van en naar school.
* Verzekering: minimaal een WA verzekering en een inzittendenverzekering.

Regulier leerlingenvervoer

De chauffeur/begeleider neemt het onderstaande in acht:
* De chauffeur dient in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs en bevoegd te zijn om het voertuig te besturen.
* De chauffeur houdt zich aan de verkeersregels.
* Het maximale aantal te vervoeren personen is gekoppeld aan het aantal zitplaatsen.

Schoolreis
Ouders, of andere personen die optreden als begeleiders tijdens de schoolreis, volgen de aanwijzingen van directie en leerkrachten op. Vooraf worden afspraken gemaakt over de te rijden route en eventuele rustplaatsen. Bij voorkeur wordt er een routebeschrijving uitgedeeld. Voor noodgevallen dient er een (mobiel) telefoonnummer beschikbaar te zijn.

Per auto

Auto
De technische staat van de auto dient te voldoen aan de wettelijke vereisten.

Verzekering
De directie wijst automobilisten er op dat zij in het bezit moeten zijn van een geldige APK, een WA verzekering en een inzittendenverzekering.

Voor- of achterin
Kinderen moeten bij voorkeur achterin zitten.
Voor ouders is het verplicht dat ze voor hun eigen kind(eren) een kinderzitje in de auto hebben. Voor kinderen van anderen kan volstaan worden met een zitplaats achterin, in de gordel. Kinderen (ook die van anderen), langer dan 1,35 meter mogen wel voorin, in de gordel. Ouders mogen een stoelverhoger meegeven voor hun kind.

Kinderen in een achterwaarts gericht kinderzitje nooit bij een ingeschakelde airbag zetten. In andere gevallen de autostoel zo ver mogelijk bij de airbag vandaan zetten. Het opblazen van airbags gebeurt met grote snelheid (>250km/u). Als een kind voorover zit kan hij hierdoor ernstig gewond raken.

Autogordels
Er worden niet meer kinderen vervoerd dan er gordels zijn.
Er wordt op gelet dat de kinderen de autogordels tijdens het rijden niet afdoen.
De bestuurder is verantwoordelijk voor het dragen van de gordels door meerijdende kinderen.

Kinderslot
Indien aanwezig, wordt er gebruik gemaakt van kindersloten.

In- en uitstappen
De kinderen dienen op een veilige plaats in- en uit te stappen: aan de trottoirkant of, als er geen trottoir is, in de berm. Begeleiders dienen zelf ook altijd uit te stappen.

Gedrag
Elke chauffeur onthoudt zich van roken, verdovende middelen, alcohol, medicijnen die van invloed zijn op het rijden, telefoneren en/of andere zaken die van negatieve invloed kunnen zijn op het functioneren voorafgaande of tijdens het vervoer.
Ook begeleiders geven blijk van voorbeeldgedrag. De regels die in school gelden (bv. t.a.v. roken en alcohol e.d.) zijn ook tijdens het reizen in schoolverband van kracht.

Per touringcar
In een touringcar mogen niet meer leerlingen zitten dan er zitplaatsen voor volwassenen zijn. Hoeveel zitplaatsen de touringcar telt, is te vinden op het keuringsbewijs dat aanwezig moet zijn in de touringcar.
Bij vervoer per touringcar zorgt de directie voor voldoende begeleiding.
Begeleiders dienen tijdens de schoolreis verspreid in de touringcar te zitten.
Als de touringcar voorzien is van gordels dienen deze tijdens de rit gedragen worden. De begeleiders zien toe op het dragen van de gordels door de kinderen.

Overige vervoer
Bij overige vormen van vervoer, zoals lopen en/of fietsen, dient er voldoende begeleiding aanwezig te zijn. De school dient hiervoor zorg te dragen en dit is situationeel afhankelijk. (bijvoorbeeld met de groep lopend tijdens lestijd naar de gymzaal of met een groep fietsend op schoolkamp)

Gedeeltelijke bron: https://risico-monitor.nl

%d bloggers liken dit: